Haute Savoie, wat is het daar prachtig!

 21 November 2017   Wandelen met Jan

Onze uitvalsbasis is Annecy, een toeristische plaats midden in de Haute Savoie. Vanuit Annecy zijn de steden Aix les Bains, Grenoble, Albertville, Chambéry goed te bereizen en op slechts 30 minuten rijden ligt Geneve in Zwitserland. Zelfs voor een weekendje is Milaan min of meer om de hoek.

Rhône-Alpes, wandelen en nog eens wandelen

Derhalve is Annecy een uitstekende uitvalsbasis voor het uithangen van de toerist. Midden tussen deze steden vind je een natuurgebied: “Parc Naturel Regional du Masief des Bauges". Geen hekken of toegangspoorten zie je maar borden langs de weg geven aan dat je het natuurgebied binnenrijdt. Niet alleen in dit natuurpark is het schitterend wandelen. De hele omgeving biedt tal van wandelingen door de bossen en over de bergen. Over het algemeen staan de wandelingen goed aan gegeven. Een kaart van de omgeving is aan te bevelen. Hieronder schrijf ik over een wandeling die we maakten in de buurt van Rumily, hoog boven de loop van de rivier de Fier.

Ik begin met de clou

Laat ik eerst maar beginnen met het vertellen van de clou van het verhaal. Ik moet daarbij denken aan mijn moeder die wanneer zij een mopje wilde vertellen altijd begon met het verklappen van de uitkomst waarop zij dan zelf het hardst van iedereen moest lachen. De clou van dit verhaal is alles behalve om te lachen. Er valt namelijk een dode, een slachtoffer in bijna letterlijke zin. De hoofdrol is uiteindelijk weggelegd voor een wild zwijn. Oeps, daar heb je de clou al!


Dit is niet onze eerste wandeling. Om nu te schrijven dat we ervaren bergwandelaars zijn dan overdrijf ik, maar helemaal blanco zijn we nu ook niet meer. Bij het bureau de tourisme hadden we een wandelboekje gekocht. Ruim veertig tochten staan daarin. Allemaal rondom Annecy of maximaal zo’n 60 autominuten rijden vanaf Annecy. De tocht die we voor vandaag op het programma hebben staan vereiste een driekwartierrit en stond als ‘difficile’ in het boekje. Een waarschuwing voor de steile paden en de losliggende stenen. Dit allemaal in de wetenschap dat het vannacht flink geregend heeft zijn we in plaats van met ons tweeën spreekwoordelijk nu met zijn vieren! Dus vooruit met de geit. Bergschoenen aan en rugzakje vullen, stokbroodje, water, snoepjes, wandelboekje, pleisters, zakdoekjes, zakmes, camera en verdikkeme weer de verrekijker vergeten. Die laatste gaan we niet echt missen op deze grijze dag met laag hangende bewolking.

De autorit leidde ons naar de plaats Chalet de la Renardière, een plaatsje dat boven het dal van de Fier uitsteekt. De parkeerplaats die in het boekje stond vonden we direct en het eerste bordje richting wandeling was al in zicht. De benaming 'difficile’ bleek een eufemisme te zijn. We kwamen direct op een rotsenknotsenpad dat treden kende die voor een reus nog te hoog waren. Daarbij waren er gladde stenen en vervaarlijke punten waaraan je je gemakkelijk kunt verwonden. Neem daarbij de bramenbegroetingen die als feestslingers over het pad hingen dan kun je met recht zeggen een lastige wandeling. Zoals wel vaker de andere kant van het verhaal is dat het uitzicht fenomenaal kan zijn. We denken dat hier dat ook is, alleen de grijze dampen onttrekken een belangrijk deel van het zicht op het dal van de Fier.

Uitzicht vanaf ruïne richting Aix les Bains


De tekst in het boekje loodste ons verder de berg op. Ook nu weer met een waarschuwing voor de steilte van het pad, de losliggende struikelstenen en uitstekende (niet in de zin van goed, beter, best) boomwortels. Het pad was ongeveer twee schoenbreedtes en soms zelfs nog ietsjes minder. Vasthoudend aan boompjes en een enkele rots klauterden we naar boven. Na een paar honderd meter stond er een verheugende mededeling: “De komende vijfhonderd meter waren “dangereus” en dus “attention” waar jij je voeten ging zetten. Dit is eigenlijk het heerlijke van het wandelen in de bergen. Doordat je goed moet opletten hoe en waar je loopt wordt je hoofd leeg en ontstaat er bijna vanzelf een staat van mindfulness. Eerlijkheidshalve zorgde het waarschuwingsbordje niet echt voor geruststellende gedachten. Sterker nog een beetje klimstress tekende zich af. Die stress werd echt manifest op het moment dat we een paar druppeltjes bloed op het smalle pad zagen liggen. “We hebben toch zeker wel de pleisters in de rugzak zitten? Hé?” was al snel onze reactie. Die geruststelling hadden we. Er was niemand te zien of te horen, geen noodkreten die ons gemoed teisterden, dus zetten we voort.

Een kleine honderd meter verder, ja wel opnieuw een paar druppels bloed. We begonnen ons nu echt serieus zorgen te maken. Zou hier een pleister nog voldoende zijn? Kunnen we hulpdiensten duidelijk maken waar we zijn? Stel dat we moeten spalken of verbinden wat hebben we allemaal bij ons? De riem in mijn broek en een paar stevige takken doen in nood wonderen. Wat een geluk dat ik ooit bij de scouting ben geweest. Van een echt ontspannen wandeling veranderde deze tocht in een avontuur. Wie weet wat we allemaal nog tegen gaan komen.
Het wandelboekje voorzag naast tekst ook in een schetsje van de wandeling. Daaruit maakten we op dat er over een paar honderd meter een soort van plateau is. Een plateau van waaraf een redelijk pad naar een dorpje leidt. Weer een paar spetters bloed verder zijn we bijna bij het plateau aangekomen en net voor het overbruggen van de laatste meters horen we een auto vertrekken. Duidelijk een vierwiel aangedreven exemplaar (zware motor en laag in de toeren) die voorzichtig zich een weg baant op het ongetwijfeld ook steile en hobbelige pad aan de andere kant van deze berg. Op het plateau, dat eigenlijk niet meer is dan een kleine open plek in het bos zien we de bandensporen en nog een fikse veeg bloed in het gras. Met enige huivering bekijken we het bloed en prijzen het slachtoffer en onszelf gelukkig dat eerste hulp is geboden.

Het slachtoffer tegemoet

Met een opgelucht gemoed en nu op een duidelijk minder steil pad vervolgen wij onze wandeling. Hoe zwaar kan de dreiging van een mogelijk onbekend ongeval drukken en hoe licht kan het zijn wanneer je je realiseert dat je aan die eerdere druk bent ontsnapt. Ondertussen hadden we de daling ingezet en bochtig kronkelde de weg zich naar beneden. Het grappige van die kronkelingen is dat om elke bocht het uitzicht anders is en er soms verrassingen zijn. Zo ook bij een van de bochten. Half op het pad stond een auto, in de laadbak zat een tweetal hondjes. Voor ons niet zomaar hondjes maar Bassets Fauve de Bretagne.

Bassets Fauve de Bretagne


Dit zijn machtig fijne honden om in een gezin te hebben. Dat weten wij omdat wij een dergelijk hondje hebben gehad. Juist afgelopen december hebben wij onze Banjer, een Fauve de Bretagne, in moeten laten slapen. Nu troffen we twee van die heerlijke hondjes hier aan in een soort bench achter in deze auto. We keken wat om ons heen en tot onze verbazing was er vlakbij een soort van ‘caban’, een boshut. Het was daar een drukte van belang. Ook het slachtoffer was daar aanwezig en werd op dat moment gewogen.
Wat bleek: het bloed was van een opgejaagd en inmiddels geschoten wildzwijn te zijn.

Wildzwijn


Naast de jagers en de jachtopzieners was er een groot aantal mannen aanwezig om het ‘tableau de chasse’ compleet te maken. Na de slacht van het zwijn (foto’s tonen we maar niet) moest er geproost worden op het resultaat van deze bijzondere dag.
Gelukkig waren we de verrekijker vergeten. Nu kon dit bijzondere avontuur meegenomen worden in onze eigen rugzak. Op naar de auto die bij een goed begaanbare weg op ons stond te wachten.

proosten op het Wilde Zwijn




Anderen lazen ook onze blogs over  AnnecyactieHaute SavoiewandelenFrankrijkkamperencamping