Denekamp, een grensgeval
16 Juni 2017
Wanneer ik hardop zou melden dat Denekamp een grensgeval is dan kan dat onmiddellijk leiden tot misverstanden. Ik snap dat goed, want de betekenis van het woord ‘grensgeval’ kan gemakkelijk bij iemand in het verkeerde keelgat blijven prikkelen. Het woord ‘grensgeval’ is toch in zekere mate toe te schrijven aan Denekamp. Denekamp is een beetje een slaperig plaatsje ten noorden van Oldenzaal. En inderdaad aan de grens . . . met Duitsland.
Inmiddels een behoorlijk aantal jaren terug kampeerden we in Denekamp met onze kinderen op camping “de Papillon” aan het eind van de Kanaalweg. Het beeld dat ik daaraan overhield is dat de camping ook werkelijk aan de grens met Duitsland lag. Immers de verbindingen met de mobiele telefoon gaf voortdurend aan dat ik in Duitsland was, ook al bleef ik op de camping. Afgelopen dagen bonden we de fietsen achter op de auto en togen we richting Denekamp. Het ontladen van de fietsen deden we net buiten de gemeente Dinkelland waarvan Denekamp een enclave is. Vanuit Beuningen (gemeente Losser), nog zo’n typisch Twents plattelandsplaatsje, maar waarschijnlijk met een eeuwigdurende Doornroosjeslaap, parkeerden we bij de kerk. De gemeentelijke grens staken we over bij de Dinkel, aha, vandaar de naam ‘Dinkelland’, hoe origineel! Een schitterende sculptuur markeerde de gemeentegrens
We volgden de fietsknooppuntenaanduidingen en stonden al snel naast het beeldbepalende pand van Natura Docet, een belevingsmuseum en landschapscentrum. Vanuit mijn herinnering had ik zoiets als een stoffig en suffig gebouwtje met daarin een ongeregelde verzameling van een lokale, ambitieuze en bevlogen hoofd der school. Niets bleek minder waar. Nu anno 2017, was het totaal anders. De gastvrouwen die ons ontvingen maakten ons nieuwsgierig. De kinderen die voor ons bij de receptie stonden werden door hen geënthousiasmeerd op een wijze waaraan mening marketeer een puntje kan zuigen. Moderne interactieve presentaties maakten het bezoek de moeite waard. Uit de folderkast blijkt dat het museum speciaal voor dementerende rondleidingen houdt, een feest van herkenning voor deze mensen lijkt me. Misschien gaan we over een aantal jaren zelfs nog eens terug. Maar dan onder begeleiding. Het museum heeft na de grote verbouwing en modernisering ook haar naam veranderd. Nu heet het “Wonderryck Twente”
De grondlegger van de verzameling van Wonderryck was meester Bernard Bernink (1878-1954). Zijn gedachtegoed wordt nu in stand gehouden door een kleine groep professionals. Waaronder een conservator die recentelijk (21 maart 2017) een anderhalve meter lange Python (wurgslang) kwijt raakte. Die slang bleek te bivakkeren in het dashboardkastje van zijn auto. Bij een controlebeurt in de garage ontdekte een monteur het dier. Die was bij een ritje uit zijn transportbakje verdwenen. Zulke dingen gebeuren nu eenmaal (in Denekamp). Terug naar de grondlegger van het museale deel. Deze meester Bernink wordt postuum geëerd met een eikenstobbe (Twentse aanduiding voor een dikke eikenboom). Deze boom heeft meester Bernink ooit van een boer gekocht. Meester Bernink wist door de aankoop in 1918 het kappen van de boom te verhinderen. Anders had deze boom moeten wijken voor de aanleg van een weg. Een daad van verzet, een daad voor het behoud van de natuur.
Terug op de fiets vielen we er na een paar honderd meter alweer vanaf. Het Sint Nicolaasplein is verkeersluw gemaakt. De Sint Nicolaaskerk is een bezichtiging meer dan waard, ook buiten de zwartepietendiscussieperiode. Naast de pastorie staat een modern gemeentehuis met een schitterend atrium. De moeite waard om even binnen te lopen.
Weer op de fiets genoten we van het Twentse land. Het grappige is dat je voortdurend op vals plat rijdt. De uitlopers en gevolgen van de laatste IJstijd kan je hier aan de levende lijve ervaren. Overal in het landschap kom je glooiingen tegen en grote zwerfstenen. Een natuurlijk gegeven waar je niet onmiddellijk aandacht voor hebt.
Niet heel erg spectaculair en toch aardig om te weten is de rondweg om Denekamp heen. Wanneer je even moet wachten bij het oversteken ervan dan realiseer je dat Denekamp een grensgeval is. De internationale truckers richting Noord Duitsland en de Scandinavische landen hoeven zich nu niet meer door het centrum te wringen. De zogenaamde ‘Scandinaviëroute’ ontlast de chauffeurs en het dorp.
Ons fietsdoel was de oude smokkelaarsroute. Een fietspad dat op en over de grens tussen Duitsland en Nederland loopt. Zoals eerder geschreven begon het pad in onze beleving bij camping ‘De Papillon’. Toen we daar aankwamen was de werkelijkheid toch enigszins anders dan de herinnering. Het smokkelaarspad begon beslist niet bij de camping. We moesten een heel eind om rijden. De receptioniste van de camping waarschuwde ons dat het misschien niet mogelijk was om bij het smokkelaarspad te komen omdat er juist de dag ervoor een bosbrand had gewoed. Dit bleek te kloppen. Natuur hersteld zich snel maar niet in een paar dagen.
Daarom zijn we terug naar het kanaal Almelo/
Nordhorn gereden. Bij een de kruisingen staat een van de vele veldkapelletjes zoals je die in Twente tegen kunt komen. Nadat mijn vrouw een kaarsje had opgestoken zijn we langs het kanaal richting Denekamp getrapt en de fietsdag afgerond met een pannenkoek bij Bolle Jan
Deze fietstocht kan gemaakt worden vanaf diverse campings in Overijssel, boek hier een mooie tent, stacaravan of glampingaccommodatie:
Camping de Papillon bij het plaatsje Denekamp
Camping De Rammelbeek een glampingcamping bij Lattrop.
Camping de Molenhof in Reutum
Ardoer Camping 'n Kaps in Tubbergen.
Anderen lazen ook onze blogs over wandelen, fietsen, overijssel, Duitsland, tips, beleving, camping
Inmiddels een behoorlijk aantal jaren terug kampeerden we in Denekamp met onze kinderen op camping “de Papillon” aan het eind van de Kanaalweg. Het beeld dat ik daaraan overhield is dat de camping ook werkelijk aan de grens met Duitsland lag. Immers de verbindingen met de mobiele telefoon gaf voortdurend aan dat ik in Duitsland was, ook al bleef ik op de camping. Afgelopen dagen bonden we de fietsen achter op de auto en togen we richting Denekamp. Het ontladen van de fietsen deden we net buiten de gemeente Dinkelland waarvan Denekamp een enclave is. Vanuit Beuningen (gemeente Losser), nog zo’n typisch Twents plattelandsplaatsje, maar waarschijnlijk met een eeuwigdurende Doornroosjeslaap, parkeerden we bij de kerk. De gemeentelijke grens staken we over bij de Dinkel, aha, vandaar de naam ‘Dinkelland’, hoe origineel! Een schitterende sculptuur markeerde de gemeentegrens
We volgden de fietsknooppuntenaanduidingen en stonden al snel naast het beeldbepalende pand van Natura Docet, een belevingsmuseum en landschapscentrum. Vanuit mijn herinnering had ik zoiets als een stoffig en suffig gebouwtje met daarin een ongeregelde verzameling van een lokale, ambitieuze en bevlogen hoofd der school. Niets bleek minder waar. Nu anno 2017, was het totaal anders. De gastvrouwen die ons ontvingen maakten ons nieuwsgierig. De kinderen die voor ons bij de receptie stonden werden door hen geënthousiasmeerd op een wijze waaraan mening marketeer een puntje kan zuigen. Moderne interactieve presentaties maakten het bezoek de moeite waard. Uit de folderkast blijkt dat het museum speciaal voor dementerende rondleidingen houdt, een feest van herkenning voor deze mensen lijkt me. Misschien gaan we over een aantal jaren zelfs nog eens terug. Maar dan onder begeleiding. Het museum heeft na de grote verbouwing en modernisering ook haar naam veranderd. Nu heet het “Wonderryck Twente”
De grondlegger van de verzameling van Wonderryck was meester Bernard Bernink (1878-1954). Zijn gedachtegoed wordt nu in stand gehouden door een kleine groep professionals. Waaronder een conservator die recentelijk (21 maart 2017) een anderhalve meter lange Python (wurgslang) kwijt raakte. Die slang bleek te bivakkeren in het dashboardkastje van zijn auto. Bij een controlebeurt in de garage ontdekte een monteur het dier. Die was bij een ritje uit zijn transportbakje verdwenen. Zulke dingen gebeuren nu eenmaal (in Denekamp). Terug naar de grondlegger van het museale deel. Deze meester Bernink wordt postuum geëerd met een eikenstobbe (Twentse aanduiding voor een dikke eikenboom). Deze boom heeft meester Bernink ooit van een boer gekocht. Meester Bernink wist door de aankoop in 1918 het kappen van de boom te verhinderen. Anders had deze boom moeten wijken voor de aanleg van een weg. Een daad van verzet, een daad voor het behoud van de natuur.
Terug op de fiets vielen we er na een paar honderd meter alweer vanaf. Het Sint Nicolaasplein is verkeersluw gemaakt. De Sint Nicolaaskerk is een bezichtiging meer dan waard, ook buiten de zwartepietendiscussieperiode. Naast de pastorie staat een modern gemeentehuis met een schitterend atrium. De moeite waard om even binnen te lopen.
Weer op de fiets genoten we van het Twentse land. Het grappige is dat je voortdurend op vals plat rijdt. De uitlopers en gevolgen van de laatste IJstijd kan je hier aan de levende lijve ervaren. Overal in het landschap kom je glooiingen tegen en grote zwerfstenen. Een natuurlijk gegeven waar je niet onmiddellijk aandacht voor hebt.
Niet heel erg spectaculair en toch aardig om te weten is de rondweg om Denekamp heen. Wanneer je even moet wachten bij het oversteken ervan dan realiseer je dat Denekamp een grensgeval is. De internationale truckers richting Noord Duitsland en de Scandinavische landen hoeven zich nu niet meer door het centrum te wringen. De zogenaamde ‘Scandinaviëroute’ ontlast de chauffeurs en het dorp.
Ons fietsdoel was de oude smokkelaarsroute. Een fietspad dat op en over de grens tussen Duitsland en Nederland loopt. Zoals eerder geschreven begon het pad in onze beleving bij camping ‘De Papillon’. Toen we daar aankwamen was de werkelijkheid toch enigszins anders dan de herinnering. Het smokkelaarspad begon beslist niet bij de camping. We moesten een heel eind om rijden. De receptioniste van de camping waarschuwde ons dat het misschien niet mogelijk was om bij het smokkelaarspad te komen omdat er juist de dag ervoor een bosbrand had gewoed. Dit bleek te kloppen. Natuur hersteld zich snel maar niet in een paar dagen.
Daarom zijn we terug naar het kanaal Almelo/
Nordhorn gereden. Bij een de kruisingen staat een van de vele veldkapelletjes zoals je die in Twente tegen kunt komen. Nadat mijn vrouw een kaarsje had opgestoken zijn we langs het kanaal richting Denekamp getrapt en de fietsdag afgerond met een pannenkoek bij Bolle Jan
Deze fietstocht kan gemaakt worden vanaf diverse campings in Overijssel, boek hier een mooie tent, stacaravan of glampingaccommodatie:
Camping de Papillon bij het plaatsje Denekamp
Camping De Rammelbeek een glampingcamping bij Lattrop.
Camping de Molenhof in Reutum
Ardoer Camping 'n Kaps in Tubbergen.
Anderen lazen ook onze blogs over wandelen, fietsen, overijssel, Duitsland, tips, beleving, camping